Op een dag leest
Felipe Montero een kleine advertentie in de krant die zozeer voor hem
geschreven lijkt dat hij als vanzelf naar het opgegeven adres gaat om zich te
presenteren als jonge, accurate historicus met een uitstekende beheersing van
het Frans, de stokoude weduwe die hem ontvangt. Blijkt er een aantrekkelijk
maansalaris voor over te hebben als juist hij zich zet aan het redigeren van de
memoires van haar lang geleden overleden echtgenoot. Het einge dat Felipe
Montero niet bevalt is dat hij voor de duur van zijn werkzaamheden in het
donkere huis moet verblijven. Vol ratten, katten en kandelabers. Totdat de
demonische oude vrow hem voorstelt aan haar jonge huisgenote: Aura. Gevangen in
de blik van haar zeegroene ogen besluit hij zijn werlzaamheden aan te vangen. Met
de klassiek geworden novelle Aura heeft de Mexicaanse meesterverteller Carlos
Fuentes (1928) een huiveringwekkend mooi verhaal geschreven in de atmosfeer van
Edgar Allan Poe en Charles Baudellaire. De perverse machten die de weduwe in
hun greep lijken te hebben, de onweerstaanbare verleiding van Aura’s jeugd,
Felipe Montero’s aanvankelijke verwarring tot hem ten slotte het geheim van hun
onderlinge verhouding duidelijk wordt, dat alles draagt bij aan een zinderende
leeservaring. Over de bronnen van zijn verhaal en over de manier waarop het tot
stand kwam, heeft Carlos Fuentes een fascinerend assay geschreven, dat als
nawoord aan deze uitgave is toegevoegd.
Een totale
ervaring, een schoonheid van een griezelverhaal, een giezelverhaal over de
schoonheid. – Newsweek.